gentDit jaar werd Gent gekenmerkt door de oude garde die weer mee kwam doen. Waar Jessica afgelopen jaar geen tijd had vanwege een bevalling, verkoos ze nu Gent gewoon weer boven haar dochter, zoals het hoort. Maar ook Tim, Onno en Gerrit Jan, die een jaartje hadden overgeslagen, deden weer mee. Last-minute wisten we Thomas voor het eerst mee te krijgen, die volgens zijn afstudeerbegeleider veel te hard werkte en wel aan een vakantie toe zou zijn. Verder werd onze groep gecompleteerd door Wouter, Maarten en ik die elk jaar in Gent te vinden zijn.

Waar ik in mijn verslag van vorig jaar nog mijn ongenuanceerde oordeel velde over mensen die proberen remise te spelen, begon ik mijn toernooi me drie remises tegen lager-gerate spelers. Hoewel de eerste de en derde zwaar-bevochten waren, moet ik toegeven dat mijn tweede pot er voornamelijk aan lag dat het warm was, ik een wijntje had gehad tijdens het avondeten, en Jessica al klaar was en zei dat ze met de eerstvolgende persoon die klaar was, naar het festival zou gaan. Ik stond slechter, en voelde me alsof ik in gelijke stelling ook minder kans zou hebben dan mijn 1700-opponent, dus de laffe keuze was snel gemaakt, hoewel deze uiteraard minder laf was dan mijn tegenstander’s aanbod.

Onze kopman voor het teamklassement, Tim, deed het niet beter qua resultaat; met één uit twee, bleek hij in de derde partij helemaal verloren te hebben gestaan, maar wist er toch een halfje uit te slepen. Echter, qua durf was Tim de onbetwiste kampioen met zijn twee verliezende Dame-offers.

Gerrit Jan mocht na één overwinning op bord één aantreden tegen Grootmeester Epishin, een toepasselijke naam, want hij zag er episch uit; altijd naar de grond gerichte dikke glazen, dikke buik, dikke trui, met daarover een dikke jas, en dat in de slecht geventileerde speelzaal bij een temperatuur van rond de 30 graden. Het was ook een interessant verschijnsel toen hij op een gegeven moment helemaal overstuur zijn verloren talisman aan het zoeken was, geassisteerd door een team van arbiters, en deze uiteindelijk terugvond op de kinderspeelplaats. Kortom, iemand waar Gerrit Jan met de meeste sporten wel van zou winnen, maar helaas tegen moest schaken, met alle gevolgen van dien.

Maarten wist wel te verrassen, en drukte bijna twee Grootmeesters door de vlag. In dit geval slaat de ‘bijna’ op twee, dus hij had maarliefst 1.5 punt behaald tegen titelhouders, waarmee hij het toernooi begon met 3.5 uit 4.

IMG 0215

Na de derde ronde gingen we eten bij een klein restaurantje, met een serveerster op haar tweede werkdag. Schappelijk als we zijn, besloten we om haar meteen goed in te werken. Elke keer als ze langskwam, had iemand (Wouter) wel een vraag over de samenstelling van een eclaire, of een bavarois. En ze kwam regelmatig langs, want om de twee minuten bedacht ze dat ze ons nog even moest melden dat er een bepaald ingredient in een bepaald gerecht zit, en om te vragen of dit wel goed is. Uiteindelijk wist ze nog subtiel tussen neus en lippen door te vermelden dat dit slechts een tijdelijk baantje is naast haar universitaire studie, wat uiteraard niets te maken hoeft te hebben met compenseren voor de onzekerheid die wij in haar losmaakten.

Na ronde vijf had ik slechts één keer gewonnen tegen uitsluitend lager gerate spelers, met als schrale troost dat ik nog steeds ongeslagen was. In ronde zes speelde tegen iemand die mij bekend voorkwam, dus ik ging er vanuit dat we eerder hadden gespeeld. Hij wist dit te bevestigen door mij te vertellen dat hij de partij van vorig jaar nog duidelijk herinnerde. Op dat moment snapte ik niet precies waarom ik zo’n blijvende indruk had achtergelaten, maar dit bleek aan het eind van de partij: Hij sloeg mijn loper met zijn koning, maar leek de koning weer terug te plaatsen op het veld waar deze vandaan kwam. Na enkele seconden verward naar mijn notitieformulier te staren, bleek het inderdaad niet de kloppen, en zette ik de klok stil om de wedstrijdleider erbij te roepen. Uiteraard deed hij dit niet bewust fout, maar het leek mij ook niet terecht als ik door zijn toedoen tijd verloor, zeker aangezien ik op dat moment nog minder dan twee minuten bedenktijd overhad. Nu wist hij me duidelijk te maken waarom hij mij nog zo goed herinnerde; vorig jaar had ik ook de wedstrijdleider erbij gehaald, toen hij besloot te stoppen met noteren, omdat ik minder dan vijf minuten over had. Helaas was mijn gelijk in dit geval minder duidelijk, en de arbiter was het dan ook niet met me eens. Gelukkig had ik aan 1.45 minuut net genoeg om de partij te winnen, maar dit zijn niet de beste incidenten als je doel is om vrienden te maken.

Ronde acht was de partij waar ik me al weken mentaal op had voorbereid. Een partij duurt normaalgesproken tot 23 uur, maar De Staat zou (gratis, zoals bijna alle muziek op de Gentse feesten) al om 22:30 optreden. Omdat ik dit echt niet wilde missen, had ik mij voorgenomen om maximaal één van de beschikbare twee uur te gebruiken, bij overschrijding remise aan te bieden, en bij een weigering het gewoon op te geven. Gelukkig was ik extra gefocused, en had ik geluk dat mijn tegenstander in de opening al de fout in ging. Binnen vijftien zetten en in het totaal een uur, had ik gewonnen, en was er zelfs genoeg tijd om de band (waarvan ik de naam, die te profaan is voor kinderogen, niet zal noemen) voor De Staat te zien.

In plaats daarvan ging ik even relaxed bij de rest kijken. Naast dat ik over het algemeen geïteresseerd ben in goede resultaten van mijn clubgenoten, was er in dit geval nog een extra motivatie, namelijk de prijs voor de beste vijf spelers van één vereniging. Ondanks mijn ondemaatse prestaties, was ik nog steeds ongeslagen, en Tim wist zich ook te herpakken. Maarten speelde het toernooi van zijn leven, maar door herhaaldelijk tegen titelhouders te spelen, stond hij ondertussen op hetzelfde aantal punten als ik. De laatste twee contributeurs voor het klassement waren twee van Wouter, Thomas en Gerrit Jan. Er werd goed gepresteerd, en na ronde acht stonden we tweede, ver onder de thuisploeg KGSRL, maar een puntje voor op een andere lokale Belgische club, en twee punten voor op de nummer vier, Delft.

De sfeer zat er dus al goed in, en dat nog voordat De Staat begonnen was. En uiteraard kwam De Staat de sfeer enkel ten goede. Ze hadden een stuur meegenomen voor één van hun nummers, fungeerden als extra cameramannen tijdens een ander nummer, en bij de toegift was het tijd voor hun trademark draaikolk-mosh, waar ik uiteraard vol in meedraaide.gent2

De laatste partij mocht ik net als vorig jaar aantreden tegen een oud-clubgenoot van Jochem uit London, Andrew Stone. Vorig jaar nam ik al snel een laffe remise aan, maar dit jaar had ik andere plannen; ik had een half puntje minder dan vorig jaar, dus ik verwachtte een overwinning nodig te hebben voor een redelijke prijs. Toen hij na twee uur toch remise aanbood, keek ik even om mij heen, en bleken al mijn concurrenten niet te gaan winnen. Omdat dit ook in zou houden dat ik het hele toernooi ongeslagen zou zijn, nam ik het aanbod toch aan. In de analyse kwam ik er pas achter hoe goed ik eigenlijk stond in de slotstelling, dus er blijkt maar weer dat ik me aan mijn eigen advies moet houden, en gewoon doorspelen.

Helaas was één van mijn verliezende concurrenten Maarten, die ondanks uiteindelijk 3 punten te hebben gescoord tegen titelhouders, nu zelfs onder mij eindigde. Tim wist wel te winnen van een concurrent, wat bovendien ook goed is voor het team. Thomas won de laatste ronde ook nog, waardoor hij samen met Wouter bij de beste vijf van onze vereniging behoorde, en we nog 2.5 punt stegen. Bij de prijsuitreiking wonnen Thomas en ik ratingprijzen, en wonnen we de prijs voor de vereniging met de meeste deelnemers. Aan de ene kant teleurstellend dat we niet de prijs voor de beste vijf deelnemers hadden, maar zoals ik altijd zeg, is deelnemen belangrijker dan winnen (als je niet deelneemt kun je namelijk niet winnen). Dit vond de organisatie gelukkig ook, en daarom was dit een prijs van 100 euro, ipv de 50 euro die staunton kreeg als één na beste team. Hierbij willen we trouwens nog Max Mannheim bedanken, die ondanks dat we hem niet kennen, zich voor het toernooi heeft aangemeld als lid van onze club, ons niet om een deel van de prijs heeft gevraagd, en wel heeft verloren van Jessica.

“Maar wacht eens even!”, zal de oplettende lezer denken:”Als jullie twee punten voorstonden op de nummer vier, dit niet Staunton is, en jullie 2.5 punt hebben behaald, dan kan Staunton jullie nooit inhalen!”. Dit dachten wij ook tijdens de prijsuitreiking, en na na afloop verhaal te halen bij de arbiters, bleken ze een nieuw systeem te gebruiken, waardoor ze handmatig het winnende team moesten berekenen. Hierbij zijn ze ons vergeten, dus we bleken ook nog de groepsprijs te winnen. Met 150 euro op zak, konden we een keer een exclusief restaurant veroorloven, met ervaren bediening. Hierbij kozen we voor Cour St George, dat er van binnen uitzag als een kasteel. Samen met het eten, de bediening en de smaak van de overwinning, maakte dit het helemaal waard.

DSC 0667

De goede sfeer resulteerde in goede ideeën: Tijdens het rondlopen door Gent, zagen we één van de slechtste slogans ooit: ”Kriek max is de max!”. Naast de feitelijke onjuistheid, is de dubbele max gewoon lelijk. We bediscussierden hoe dit aan te passen zou zijn naar een mooie (doch onware) slogan, maar helaas werkt “Kriek is de max!” ook niet, omdat kriek al iets op zichzelfstaands is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld ‘Euwe’, dat niets betekent zonder ‘Max’. En zo presenteren we bij deze de nieuwe slogan van onze vereniging: ”Euwe is de Max!”. Ok, misschien moet eerst officieel het bestuur hier nog over beslissen, maar wie is er nu tegen zo’n geweldige slogan?

Na het toernooi bleven we nog een dag langer voor het optreden van Typhoon (wederom gratis). Om overdag wat vertier te hebben, besloten we te gaan kijken bij het jeugd-EK Ultimate Frisbee, dat bij ons op de camping plaatsvond. De eerste wedstrijd die we mochten aanschouwen waren de meisjes van Frankrijk tegen Colombia (als Australië mee mag doen aan het songfestival, moet dit ook kunnen, toch?). Ondanks het tactische spel van Frankrijk waren wij wel gecharmeerd van de Zuid-Amerikaanse gedrevenheid en de ritmische dansjes van de Colombiaanse meisjes. Toen Colombia scoorde, juichde ik dan ook fanatiek, wat boze blikken van de Franse meisjes opleverde. (Zoals u zult verwachten was er niet veel meer publiek dat betrokken was bij de uitslag van deze wedstrijd, dus mijn kreten vielen wel op). Ik probeerde nog te herstellen, door “Sacre-bleu!” te roepen, maar hier werden de Franse meisjes ook niet vrolijker van.

IMG 20160722 WA0024

Die avond was het moment waar we allemaal op gewacht hadden, daar: Typhoon. Hoewel rap normaal niet mijn ding is, had Maarten mij ruim van tevoren op Typhoon gewezen, en was ik al een maand naar zijn muziek aan het luisteren. En Typhoon stelde niet teleur: Het kennen van de teksten was handig om mee te kunnen rappen/zingen, maar hij boodt live duidelijk iets extra’s. Sommige nummers waren instrumentaal helemaal aangepast, anderen waren door epische solo’s verlengd tot omvangrijke composities. Maar waar hij met name goed in is, is het enthousiasmeren van het publiek met zijn speeches tegen racisme en voor liefde. Aan het eind sloeg iedereen zijn/haar hand om zijn/haar buurman/vrouw, en was het hele publiek één.

Tijdens de terugreis liepen de spanningen hoog op toen sommige personen een strak schema aanhielden om zo vroeg mogelijk weer bij hun kinderen te zijn, en anderen continu de bokkelnek waren, maar ik zal geen namen noemen. Dit is ook niet nodig, want we haalden de trein gewoon. Voor de ultieme positiviteit eindig ik met mijn laatste bezoek aan het campingwinkeltje. Na dertien jaar wordt ik niet alleen herkend: Zordra ik de winkel binnenloop, roepen de medewerk(st)ers “martino!”, en beginnen ze meteen mijn broodje te maken. Ik heb nu al weer zin in volgend jaar!

Plaats reactie

Beveiligingscode
Vernieuwen